R7. Geleidelijk verondiepen watergangen en greppels
In het beekdal van de Reusel worden diverse watergangen (geleidelijk) verondiept om de gewenste vernatting te kunnen realiseren.
Geleidelijk verondiepen watergang
Bij sommige watergangen is het niet mogelijk om deze over de volledige lengte te verondiepen vanwege ongewenste effecten buiten het projectgebied. Deze watergangen worden geleidelijk verondiept. Het geleidelijk verondiepen zorgt voor een afname van de drainerende werking en draagt bij aan het verhogen van het grondwaterpeil. Het over de gehele lengte verondiepen van deze watergangen brengt echter te veel grondwatereffecten en inundatie te weeg en is daarom niet gewenst. De huidige bodemhoogte zal vanaf de rand van het beekdal geleidelijk opgehoogd worden tot ca. 30 centimeter beneden maaiveld ter hoogte van de uitstroom in de Reusel. Het principe van de geleidelijke verondieping is schetsmatig gevisualiseerd in Figuur 1.5‑13. Met deze maatregel blijft de afwatering van de achterliggende percelen gewaarborgd. Het betreft de leggerwatergangen zoals weergegeven in Tabel 1.5‑3. De te verondiepen watergangen zijn in Figuur 1.5‑14 weergegeven.

Figuur 1.5‑13: Schetsmatig principe lengtedoorsnede geleidelijk verondiepen watergang
Tabel 1.5‑3: Overzicht geleidelijk te verondiepen leggerwatergangen
Watergang | Leggerstatus | Watergang | Leggerstatus | ||
RS22-AA | A-watergang | BERE-0128 | B-watergang | ||
RS25-AA | A-watergang | BERE-0388 | B-watergang | ||
RS26 | A-watergang | OWL40406 | B-watergang | ||
RS28 | A-watergang | OWL40409 | B-watergang | ||
RS29 | A-watergang | OWL40498 | B-watergang | ||
RS30 | A-watergang | OWL60095 | B-watergang |
